ClubZeker vecht tegen horeca-stigma sportclubs

23 oktober 2020

Verzekeraars zijn huiverig voor sportclubs. Wat gebeurt daar? Vrijwilligers die in een moeilijk te waarderen clubhuis op zaterdag en zondag bitterballen staan te frituren: Nederlandse verzekeraars staan er niet om te springen. Precies om dezelfde reden zijn de verenigingen geliefd bij Kasper Huizinga en Jelte Buikema van advieskantoor ClubZeker. In samenwerking met een Britse sportverzekeraar stemden de Friezen hun dienstverlening helemaal af op sportverenigingen.

Toen Buikema en Huizinga zich begonnen te specialiseren in sportclubs, deden ze direct een belangrijke constatering: verzekeraars categoriseren sportverenigingen consequent als horecabedrijven. Volgens Buikema pakt dat nadelig uit voor de sportclubs: “Qua brandrisico staat de horeca er niet goed op in Nederland. De premies zijn torenhoog en de sportverenigingen betalen daar aan mee”, zegt Buikema.

Inbraak is een belangrijker thema voor sportclub

De vergelijking met de horeca loopt volgens de twee mank. Restaurants zijn de hele week in bedrijf, terwijl sportclubs alleen in het weekend en hooguit één of twee avonden in de week geopend zijn. “En dan zijn ze ook nog grote delen van het jaar gesloten vanwege de vakanties”, zegt Huizinga. “Inbraak en inbraakpreventie zijn voor een sportclub veel belangrijkere thema’s dan brand.”

Veel grote clubs zijn bij Interpolis, ASR of NN verzekerd op basis van een ex-btw-clausule. Bij een grote schade gaat dat fout

Eigen keurmeester

Huizinga herkent het beeld van het slecht onderhouden clubhuizen met brandgevaarlijke keukens totaal niet. “Het kan wel oud zijn, maar in de regel is het spic en span”, zegt Huizinga die er prat op gaat nog nooit een brandschade in zijn portefeuille te hebben meegemaakt. Voor hij een vereniging in dekking neemt, loopt eerst een ClubZeker-keurmeester een checklist met meer dan 200 punten af. “Dat geeft een vereniging en de vrijwilligers meteen concrete handvatten om aan preventie te doen.”

Vrijwilligerscultuur drukt de kosten

De Nederlandse vrijwilligerscultuur is volgens Huizinga een andere reden waarom sportverenigingen profijtelijke klanten zijn. Een particulier belt volgens Huizinga z’n verzekeraar als de schutting omwaait. Dan komt er een aannemer langs en de verzekeraar betaalt. “Bij sportclubs werkt dat anders: daar hebben ze vrijwilligers, oliemannetjes en onderhoudsploegen. Die zetten zo’n schutting meteen weer overeind. Daar komt geen verzekering aan te pas.”

‘Nederlandse verzekeraar zit te slapen’

Tijdens de ontwikkeling van hun concept spraken Huizinga en Buikema met nagenoeg alle Nederlandse verzekeraars. Hun pleidooi om sportverenigingen van hun horeca-stigma te ontdoen, vond nergens instemming. Bij het Britse Axa XL Sports & Leisure konden ze wel terecht. Naar eigen zeggen kunnen ze de pakketpremie nu met 30 tot 35 procent drukken ten opzichte van Nederlandse partijen. “De concurrentie onder sportverzekeraars is in het Verenigd Koninkrijk moordend”, zegt Buikema. “In Nederland totaal niet, ze zitten hier echt te dutten.”

Afschaffing vooraftrek btw leidt tot onderverzekering

Een voorbeeld waaruit volgens Huizinga blijkt dat de grote verzekeraars weinig oog hebben voor sportclubs, is de afschaffing van de vooraftrek-btw van begin 2019. “Je ziet nog heel veel grote clubs die bij Interpolis, ASR of NN zijn verzekerd op basis van ex-btw-clausules. Bij een forse schade gaat dat fout, want dan zijn ze 21 procent onderverzekerd. Die grote verzekeraars hebben een serieus probleem met hun zorgplicht.”

Een grote verzekeringsmakelaar adviseert tennisverenigingen een eigen AVB af te sluiten. Die betalen honderden euro’s teveel

Intermediairs ontberen juiste kennis

Ook bij intermediairs ontbreekt volgens Huizinga vaak de juiste kennis die nodig is om sportclubs van dienst te zijn. Veel nationale sportbonden bieden hun leden een aansprakelijkheidsverzekering aan. Helemaal gratis. Maar de kwaliteit ervan wisselt nogal, vertelt Huizinga. Die van tennisbond KNLTB is bijvoorbeeld prima, maar de aansprakelijkheidsverzekeringen van de KNVB en hockeybond KNHB laat te wensen over.

Maar wat raad je een sportclub dan aan? “Een grote verzekeringsmakelaar in Nederland adviseert tennisverenigingen een eigen AVB af te sluiten. Die betalen zo honderden euro’s per jaar teveel.” Huizinga en Buikema hebben onlangs alle tennisverenigingen van Nederland aangeschreven om ze te attenderen op deze mogelijkheid om te besparen. Voetbalclubs kunnen dezelfde brief verwachten, al is ClubZeker nog met de bond in contact om ze op de tekortkomingen van hun bondspolis te wijzen.

Op zoek naar portefeuilles

ClubZeker is succesvol in hun aanpak. Inmiddels hebben ze enkele honderden sportclubs in hun portefeuille. Daarmee zijn ze naar eigen zeggen de enige in Nederland. Via makelaars probeerden Huizinga en Buikema ook portefeuilles met sportclubs aan te schaffen, maar ze bestaan niet. Ook intermediairs categoriseren de verenigingen anders, waardoor ze moeilijk los over te nemen zijn.

’s Avonds bellen

Volgens Buikema vergt een sportvereniging ook een andere manier van dienstverlening dan tussenpersonen gewend zijn. “We zitten met bestuursleden aan tafel. Die besturen een vereniging naast hun gewone werk. Dat is ook de reden dat wij overal laten weten dat we ook in het weekend en de avonduren bereikbaar zijn.” Buikema schat dat 30 procent van de telefoontjes ’s avonds binnenkomt.

Eerst bespreken in het bestuur

Het kennisniveau van de vrijwillige verenigingsbesturen is volgens Huizinga wisselend. Als ClubZeker wordt ingeschakeld, volgt daarom een uitgebreide analyse die erop gericht is om meteen in het bestuur te kunnen bespreken. “Dat is een wezenlijk verschil met een gewoon bedrijf: een penningmeester van een voetbalvereniging kan niet zelfstandig een besluit nemen. Die moet dat overleggen met de andere bestuursleden. Daar houden we rekening mee in onze dienstverlening”, zegt Huizinga.

Mandaat van Axa XL

ClubZeker heeft het mandaat van Axa om met hun eigen software de premie voor de sportclubs te bepalen. De lijntjes ‘met Engeland’ zijn volgens de twee kort. Ook toen ze als eerste een complete verzekering voor padelbanen ontwikkelden.

“Nederlandse verzekeraars willen er niet aan. Padel speel je in een glazen kooi, dus daar heeft iedereen koudwatervrees voor.” Huizinga sprak met bouwers en padelverenigingen en maakte een verzekering die de hele baan dekt. “We hebben het voorgelegd aan Axa en in drie weken tijd hadden we het in de lucht.” Een actuaris kwam er niet aan te pas. Hoe bepaal je dan de premie? “Boerenverstand”, zegt Huizinga. “Je praat met noorderlingen.”